foto´s: max lerou
AMSTERDAM (24 november 2009) – Stralend nam Dries van Agt gistermiddag de Cannabis Cultuurprijs 2009 in ontvangst. De Cannabis Cultuurprijs is een eerbetoon aan mensen die een uitzonderlijke bijdrage hebben geleverd aan de acceptatie van cannabis en hennep. Van Agt ontving de prijs voor zijn sleutelrol bij de totstandkoming van het gedoogbeleid voor cannabis in de jaren zeventig. Aan de prijs is een bedrag van € 3.000 verbonden.
In het Hashmuseum werd een collage(*) onthuld over Dries van Agt en het gedoogbeleid.
Volgens een woordvoerder van het hashmuseum is weinig bekend dat het typisch Nederlandse tolerante beleid voor cannabis ‘een van de kroonjuwelen van het CDA is. “ Daar mogen we best eens bij stilstaan nu in allerlei landen, denk aan Duitsland,Portugal, Argentinië en de Verenigde Staten, het Nederlandse model steeds meer navolging krijgt.”
Als minister van justitie stond van Agt in 1976 aan de wieg van de decriminalisering van cannabis. Hij sleepte een wijziging van de Opiumwet door de Eerste en Tweede Kamer, waarin het onderscheid tussen soft- en harddrugs was vastgelegd. Toen in 1980 nieuwe 'richtlijnen inzake de kleinhandel in cannabis' verscheen, was Van Agt minister-president. De richtlijnen maakten het gedogen van commerciële coffeeshops mogelijk.
Van Agt bevestigde dat het gedogen van huisdealers indertijd bedoeld was als ‘overgangsregeling’, een tussenstap op de weg naar volledige legalisatie. Dat het nu, ruim dertig jaar later, nog altijd zo ver niet is, ontmoedigde hem allerminst. Vol vertrouwen sprak hij, nadat hij de prijs in ontvangst had genomen: “De tolerantie zal het winnen van de repressie. We shall overcome!”
Van Agt kreeg de prijs uit handen van Edith Ringnalda, de weduwe van dichter Simon Vinkenoog die vorig jaar de prijs won. Ook voor Ringnalda was het een bijzondere dag. Ze bewaart dierbare herinneringen aan Van Agt, die zij kent uit haar jeugd. Vader Derk Ringnalda was secretaris-generaal op het ministerie van Algemene Zaken toen Van Agt premier was. “Mijn vader adviseerde hem naar het volk te luisteren en vooral aan de lange termijn te denken. Er was weinig weerstand tegen cannabis, dus was het logisch om het vrij te laten.”
einde persbericht
In de galerie van het Hashmuseum was het nog lang gezellig.
Hernieuwde ontmoeting met Koos Zwart; we hadden elkaar sinds 1976 niet meer gezien.
We leven nog, Koos dat doet met behulp van een pacemaker, maar hij heeft het nog altijd 'retedruk'. Strijdbaar zoals ik hem mij altijd heb herinnerd, dat wel. Hield een stevig verhaal waarin hij waarschuwde voor slinkse Europese regeltjes.
Geanimeerd en onthullend, voor ons beiden, een lang onderhoud met Andreas van Agt.
Driemaal eerder raakten onze levens.
Hij was vermoedelijk de eerste Nederlandse politicus die werd getaart.
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen (25 mei 1977) voerde hij campagne in Den Haag. Vergezeld door de toenmalige CDA-wethouder Happel wandelde hij door de Vlamingstraat. Een taartje was snel
gekocht en geplant op de welgekapte schedel van de minister van justitie. In de wekelijkse dagboekaantekeningen van Van Agt in Vrij Nederland werd daar op 18 april 1977 nog kort melding van gemaakt:
Eerder beijverden wij ons, weliswaar met verschillende middelen, voor de legalisering van Cannabis. Nooit heb ik toen kunnen vermoeden dat Van Agt niet de 'vijand' was die wij in hem dachten te weten.
Ja en recent dan nog het programma Andere Tijden waarin Van Agt zijn treurnis uitsprak over de bejegening van zijn voormalige Duitse collega Helmut Kohl.
Bijzonder amicaal hebben wij deze onderwerpen besproken, waarbij Andreas van Agt een 'bekentenis' deed toen we het hadden over de drugswetgeving en de enorme verschuiving die er plaatsvond bij het in 1976 ondertekenen, door hem en de Minister van Volksgezondheid Irene Vorrink, van de nieuwe Opiumwet:
"Ik heb veel, zo niet mijn hele politieke carrière, aan Louk Hulsman te danken.
Het was professor Hulsman die mij van Landbouw (over)haalde. Hij vond dat ik naar Justitie moest. Daar ben ik hem nog dankbaar voor."
Rest een 'bekentenis' mijnerzijds...ik heb hem voor het taartincident mijn excuses aangeboden. Andreas van Agt heeft mij vergeven.
Tegenwoordig is hij activist.
(*) Om deze beter te kunnen aanschouwen ging de heer Van Agt spontaan op de knieën. Uw Cobra kon niet laten hem te vragen of hij vroeger al zo (voor zijn eigen portret)te biecht ging.
De voormalig minister-president moest heel even denken waarna hij opmerkte dat er in zijn geboortedorp zo weinig gebeurde dat er niets te biechten viel.
Ja en recent dan nog het programma Andere Tijden waarin Van Agt zijn treurnis uitsprak over de bejegening van zijn voormalige Duitse collega Helmut Kohl.
Bijzonder amicaal hebben wij deze onderwerpen besproken, waarbij Andreas van Agt een 'bekentenis' deed toen we het hadden over de drugswetgeving en de enorme verschuiving die er plaatsvond bij het in 1976 ondertekenen, door hem en de Minister van Volksgezondheid Irene Vorrink, van de nieuwe Opiumwet:
"Ik heb veel, zo niet mijn hele politieke carrière, aan Louk Hulsman te danken.
Het was professor Hulsman die mij van Landbouw (over)haalde. Hij vond dat ik naar Justitie moest. Daar ben ik hem nog dankbaar voor."
Rest een 'bekentenis' mijnerzijds...ik heb hem voor het taartincident mijn excuses aangeboden. Andreas van Agt heeft mij vergeven.
Tegenwoordig is hij activist.
(*) Om deze beter te kunnen aanschouwen ging de heer Van Agt spontaan op de knieën. Uw Cobra kon niet laten hem te vragen of hij vroeger al zo (voor zijn eigen portret)te biecht ging.
De voormalig minister-president moest heel even denken waarna hij opmerkte dat er in zijn geboortedorp zo weinig gebeurde dat er niets te biechten viel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten