absent
namen die we lezen in
de sterflijst van de dag
het zijn altijd de verkeerde
nooit staat er mark ivo
stef of henk voor mijn part
was het diederik geweest nee
lezen we godverdomme weer van louis
na eerst al rutger gerrit adriaan harry rudy
ramses en simon martin mies gerard jan hugo
en anders is het johnny wel die van de kicks en dan
zal je altijd zien dat morgen ineens wel
de naam van een klootzak opduikt en
dat ik er dan niet ben
om die te lezen
ml
DE QUINTESSENTIA VAN DE BLUES
Het is troosteloos
om te kijken naar een waslijn
met een oneven aantal sokken
en soms
als het vochtig weer is
hangen ze er dagenlang
© Louis Lehmann
Als 'k dood ben
Als 'k dood ben zijn mijn kleren rare dingen.
De overhemden, nieuw of dragensbroos,
de pakken hangend waar ze altijd hingen,
steeds wijzend naar omlaag, besluiteloos.
Ik was ze, ik alleen droeg ze altoos.
En omdat ze mij vaak vervingen,
of omdat ik hen uit hun winkel koos;
zij tonen iets van mijn herinneringen.
Oh vrienden, enigszins van mijn formaat,
ik roep U als de dood te wachten staat,
(maak ik het sterven bij bewustzijn mee)
'k Geef U of leen, 't zou niet de eerste keer zijn
mijn pakken, vormt met hen die mij niet meer zijn
dan langs mijn kist een onzwart defilé.
© Louis Lehmann
"In geen kerk was ooit zo weinig dwang."
Aan de kerk van Ruigoord hangt een ode aan Ruigoord van dichter, schilder, componist en scheepsarcheoloog Louis Lehmann (1920). ‘Hier is Ruigoord, waar buitenwacht wanorde verwachtte, maar verbaasd raakt door orde zonder plan of commando, zonder baas of conflict’
In de jaren zestig droeg Lehmann gedichten voor op jazz&poetry avonden die door Simon Vinkenoog waren georganiseerd. In zijn gedichten belijdt hij zijn liefde voor muziek en zijn afkeer van het Amsterdamse stadsbestuur – sloper Lam (wethouder Han Lammers) en sloper Sam (burgemeester Samkalden). Die afkeer van autoriteiten verbindt hem ook met Ruigoord, dat hij een ‘privé-initiatief tegen de hogere machten’ noemt.
Ondanks zijn hoge leeftijd komt hij nog regelmatig naar Ruigoord in de auto van zijn vriendin Alida Beekhuis en leest hij gedichten voor op poëziefestival Vurige Tongen. In 2004 kreeg hij de Ruigoordtrofee uitgereikt. De muizen op het schilderij zijn een verwijzing naar een gedicht uit Lehmann’s dichtbundel Luxe.
(tekst geplukt van Ruigoord website)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten