- Poor starv'ling bard, how small thy gains!
How unproportion'd to thy pains! -

maandag 31 december 2012

een voor allen, allen voor een...op weg naar 2013



Pomgedichten

Waar anders hoor je nog
de teerzijde van een vechtjas?
Gekscherend zet hij het mes
op de keel (harde woorden
kunnen ook van liefde zijn
zoals gesteente soms zacht).

Sluiptrekkingen door een taal
doorspekt met leedtekens botsen
met de lichtkrant van een wereld
die zich niet draaien laat.

Storingen worden hier hoofdelijk
omgeslagen de tijd houdt wel
even zijn pas in (een ideaal
moment hem eens lekker
in zijn reet te nemen).

ml

dinsdag 25 december 2012

LEVEND KUNSTWERK FABIOLA STERVENDE



Fabiola ons fabuleus Levend Kunstwerk, is stervende. Onze lieve, grappige, extravagante verschijning, die Amsterdam de afgelopen 30 jaar heeft versierd met zijn kleurrijke aanwezigheid, vecht tegen een vergevorderde celwoekering. De arts geeft hem enkele weken. Dit is zijn afscheidstoespraak, die hij op 22 december in de Blije Buren in vol ornaat voordroeg. Zakdoeken in de aanslag.
(tekst: Oud Zeikwijf)

'Gegroet en bonsoir,

Uit het dagboek van Cinderella, met de ditjes en de datjes uit la vie si belle et jolie.

Ach, zei Cinderella, misschien één van mijn bijna laatste toespraken want ik ben zwaar ziek geworden en vermagerd en vaak erg moe.

Maar ja, zo is het leven, het gaat goed of niet goed.

In de zomer beter met vitamine D en in de winter wat minder: de mensen hebben te weinig licht en worden depressief.

“Mes amis, mais si” zei Sidonia, “vertel eens wat uit je eigen leven Cinderella, in vogelvlucht door je leven tot nu toe.”

“Ach so, ich bin in Deutschland geboren door een Duitse moeder en een Belgische vader, die ging (en moest misschien verplicht) werken in Duitsland en leerde daar mijn moeder kennen. In Bayern, waar ook de Paus, die zeer conservatieve man, vandaan komt. Ik als klein Tiroler jongentje zat nog bij een tante in het mooie gebergte van Bayern waar niet ver vandaan der Sonnenkönig Ludwig de Tweede twee droomkastelen had die nu veel toeristen trekken. Met vader en moeder daarna naar het lelijke industriële dorp of gemeente in Wittebroek, niet ver van Antwerpen en Brussel.

Ik had veel heimwee naar Bayern en kon niet aarden in Wittebroek bij Antwerpen. Ik wou terug naar de bossen. In België in Antwerpen gewoond en dan in Brussel en in Leuven, en met vader en moeder later bij Luik (dat was een beetje leuker). Want Visé bij Maastricht is mooier met natuur dan Wittebroek bij Antwerpen. Door een platonische vriend later meegenomen naar Holland. Daar gaan werken in een verpleeghuis in Naaldwijk met werken en opleiding samen.

En dan ging het blauw van de hemel open en was ik in Amsterdam. Als verlegen conservatiefje, plichtbewust braaf de open wereld in in Amsterdam. Ik wist niet eens wat kraken was” zei Cinderella tegen Sidonia “En mijn platonische vriend uit Leuven ging toen terug naar België en ik bleef hier. Een wereld ging open.

Ik kwam in een kraakgroep. We gingen aktiekraken: het eerste pand, met een houten balk recht de voordeur in van Krasnapolsky, dat een pand leeg had staan. Dan de kraak van Herengracht 14. Tussendoor nog een pand op de Brouwersgracht, de Grote Keyzer, Wijers, NRC gebouw, Tetterode en de Uilenburg. Maar ja de krakers allemaal in het zwart zaten niet zo te wachten op gay kleur dus toen kwam ik de Rooie Flikkers tegen, zoals je de Rooie Vrouwen hebt. Mannen die mannen willen blijven en flikkers die geen travestiet willen zijn. Dus gewone schoenen, geen pruik of make-up willen maar mannen blijven die een jurk durven dragen. Weer later kwam ik body-art-artiesten tegen die in de BKR zaten. Ik als Belg kwam er niet in, maar kreeg wel subsidie en ging naar Amerika. Begonnen als Levend Kunstwerk in het Stedelijk, drie maanden op een sokkel tentoongesteld. Ik kwam bij Sonja Barend op televisie en heel het land wist dat er een Levend Kunstwerk was geboren in het Stedelijk.

Later mijn eigen beweging geworden, als aktievoerder voor de Gezonde Tomaat, de Republiek, de milieubeweging, als Greenpeace-vrijwilliger. Ook voor de mensenrechten, schone lucht in Amsterdam, voor de uitgeprocedeerde asielzoekers, bij het Stoelenproject, buddy voor zieke mensen zoals ik er nu ook één ben, en honderd andere dingen.

Ik zeg: bezig blijven, iedereen kan wat en is wat. Een lach, een vriendelijk woord... je kan zoveel betekenen voor een medemens. Dus ik besluit met te zeggen:

Leve de vrijheid voor iedereen en dank voor het luisteren.”'

Fabiola

Gesprekje met Fabiola op AT5:


maandag 24 december 2012

bij de dood van louis lehman (19 08 1920 - 23 12 2012)

absent

namen die we lezen in
de sterflijst van de dag
het zijn altijd de verkeerde

nooit staat er mark ivo
stef of henk voor mijn part
was het diederik geweest nee

lezen we godverdomme weer van louis
na eerst al rutger gerrit adriaan harry rudy
ramses en simon martin mies gerard jan hugo
en anders is het johnny wel die van de kicks en dan

zal je altijd zien dat morgen ineens wel
de naam van een klootzak opduikt en
dat ik er dan niet ben
om die te lezen

ml



DE QUINTESSENTIA VAN DE BLUES

Het is troosteloos
om te kijken naar een waslijn
met een oneven aantal sokken

en soms
als het vochtig weer is
hangen ze er dagenlang

© Louis Lehmann


Als 'k dood ben

Als 'k dood ben zijn mijn kleren rare dingen.
De overhemden, nieuw of dragensbroos,
de pakken hangend waar ze altijd hingen,
steeds wijzend naar omlaag, besluiteloos.

Ik was ze, ik alleen droeg ze altoos.
En omdat ze mij vaak vervingen,
of omdat ik hen uit hun winkel koos;
zij tonen iets van mijn herinneringen.

Oh vrienden, enigszins van mijn formaat,
ik roep U als de dood te wachten staat,
(maak ik het sterven bij bewustzijn mee)
'k Geef U of leen, 't zou niet de eerste keer zijn
mijn pakken, vormt met hen die mij niet meer zijn
dan langs mijn kist een onzwart defilé.

© Louis Lehmann


"In geen kerk was ooit zo weinig dwang."

Aan de kerk van Ruigoord hangt een ode aan Ruigoord van dichter, schilder, componist en scheepsarcheoloog Louis Lehmann (1920). ‘Hier is Ruigoord, waar buitenwacht wanorde verwachtte, maar verbaasd raakt door orde zonder plan of commando, zonder baas of conflict’

In de jaren zestig droeg Lehmann gedichten voor op jazz&poetry avonden die door Simon Vinkenoog waren georganiseerd. In zijn gedichten belijdt hij zijn liefde voor muziek en zijn afkeer van het Amsterdamse stadsbestuur – sloper Lam (wethouder Han Lammers) en sloper Sam (burgemeester Samkalden). Die afkeer van autoriteiten verbindt hem ook met Ruigoord, dat hij een ‘privé-initiatief tegen de hogere machten’ noemt.

Ondanks zijn hoge leeftijd komt hij nog regelmatig naar Ruigoord in de auto van zijn vriendin Alida Beekhuis en leest hij gedichten voor op poëziefestival Vurige Tongen. In 2004 kreeg hij de Ruigoordtrofee uitgereikt. De muizen op het schilderij zijn een verwijzing naar een gedicht uit Lehmann’s dichtbundel Luxe.
(tekst geplukt van Ruigoord website)