- Poor starv'ling bard, how small thy gains!
How unproportion'd to thy pains! -

zondag 26 februari 2012

robert jasper grootveld 19 07 1932 - 26 02 2009

de stem van rjg echoot nog wat na in de korte leidsedwarsstraat

er wordt gerocheld
uche uche uche
dan gekweld piepen

onheilspellend ruisen een spel
als dat van de wind fluitend
in de bochten rond zijn beeld

je VOELT het tochten van
slechte adem door de mond
levert niet op slag de dood

nee die dobbert rustig wat
met zijn ogen dicht in een
bad vol hoestdrank

ml

vrijdag 24 februari 2012

lech 2012

een ver van mijn bed show
u hoort het mij niet zeggen
majesteit

maar om nu te beweren
dat we bij elkaar
de deur plat lopen

ik ben jeroen krabbé niet

ml

donderdag 23 februari 2012

Voor het gezelschap Arnon Grunberg


de multipele mens

kijk hem eens dubbel liggen
van het lachen hij spartelt niet
tegen zijn beentjes trappen
met het kraaien van plezier
om dat ene personage

de anderen - een stuk of acht
al uren in conclaaf zingt de vanger
van de kat een een vol octaaf lager
en tapt uit ikea-houten vat een schlager

terwijl hij zijn oma kopjes geeft
slaat zij haar lederhosen dijen

ml

woensdag 22 februari 2012

even met chiel hessels naar het spui

haagse bluf in de centrale bieb

stel je bent een lettervreter
maar je hebt door vraatzucht
chronisch last van maag en darm
je spijsvertering dyslectisch
een buik vol literaire griep

dan laat je je beter snel behandelen
door de specialisten van de bieb

ml

maandag 20 februari 2012

de jantje van leiden trofee; opgedragen aan adriaan bontebal

Gisteren kreeg ik in Eijlders uit handen van Lisan Lauvenberg de Jantje van Leiden wisseltrofee uitgereikt.
Die trofee heb ik aan Aad opgedragen.
Ik had slechts wat steekwoorden bij me, maar het is me toch aardig gelukt de tekst te reproduceren:

Vorige week 11 februari overleed Adriaan Bontebal, ooit een van mijn beste vrienden.
Zonder hem zou ik hier helemaal niet staan. Het was Aad die mij aanspoorde de korte verhalen die ik ooit schreef, nog meer in te korten, te verdichten.
“Laat die korte verhaaltjes maar aan mij, jij moet powezie gaan schrijven en daarmee het podium op”. Ik kan daarom niet anders dan dit beeldje aan hem opdragen.

In de Groene van deze week noemt Erik Lindner Bontebal de Carmiggelt van de kraakbeweging, maar voor mij is hij eerder de Pierre Jansen van de literatuur.
Alles las hij, en je zou haast denken dat hij alles gelezen heeft; geen schrijver leek hem onbekend, van elke schrijver had hij wel een boek in huis, een huis dat door boeken gedragen wordt.
En had hij wat dubbel, een metertje Claus, twee planken Vestdijk, dan vroeg hij “Heb je nog ruimte in je fietstas? Hier neem mee”...slingerend ging ik dan met 20 kg boeken weer naar mijn eigen huis.

Aad wist van elke schrijver. Slechts eenmaal is het mij gelukt een boek aan hem cadeau te doen, waarvan hij zelf, schrijver en titel, nog nooit gehoord had...nota bene Gunther Kunert's
De teraardebestelling vond in alle stilte plaats.

Met Bontebal heb ik talloze Hagenezen uitgezwaaid, meestal niet zo geruisloos.
Nu is hij ons voorgegaan, het pad verkennen; de ganse Residentie heeft zich vrijdag rond het vuur geschaard, alleen ik was daar niet bij.

We hadden ruzie moet u weten.
Ingewijden weten van hoed en rand, de hoed heb ik thuis aan de kapstok gelaten...wat knaagt, onvermijdelijk, is de notie dat ik Bontebal nu niet meer kan zeggen dat hij in mijn hart nog altijd die vriend is, die hij altijd al was.
Aan jullie kan ik alleen maar zeggen dat als je in onmin leeft met iemand die je dierbaar was...is, ga er als de sodemieter heen en maak het goed.

Mij rest slechts het pad over het knekelveld, door de dood heen; daarom nu, in Eijlders nota bene, wat toepassselijks uit het werk van de oude bard.
















de gedichten die ik voorlas uit het werk van Aad:

OVERLEVEN
(naar Roger McGough)

Iedere dag
denk ik aan de dood
Aan ziektes, aan honger
geweld, terreur en oorlog
het einde der tijden

Het weerhoudt me
van peinzen

POETRY PLUGGED

Dichtersavondjes
Zij slepen zich vaak voort
als de crematieviering
van een minder geliefd
familielid
waarbij zelfs de kist
het verdomd
vlam te vatten

SAVOIR VIVRE

Je hele leven
pitten

Stilzwijgend
sterven

En dan toch
een leuke
advertentie
in de krant

MIJN LAATSTE WENS

Als ik dood ben
wil ik worden
geplastificeerd
in vlammend rood
en worden bijgezet
tegen de
donkerblauwe wand
met de helgele spot
in de noordoosthoek
van de zitkuil

en een
overlijdensbericht
in Avenue
en VT/Wonen

© Adriaan Bontebal

De eerste twee gedichten komen uit 'Overleven met het
oorsmeer in de ketting'; de andere twee uit 'Een goot met uitzicht'

zaterdag 11 februari 2012

ADRIAAN BONTEBAL 28 05 1952 - 11 02 2012

absent - een groeigedicht

namen die we lezen in
de sterflijst van de dag
het zijn altijd de verkeerde

nooit staat er mark maxime
geert of gert voor mijn part
was het jolande geweest nee

lezen we godverdomme weer van adriaan
na eerst al harry rudy ramses en simon
martin mies gerard jan en anders is het
hugo wel uit belgië en dan

zal je altijd zien dat morgen ineens
wel de naam van een klootzak opduikt
en dat ik er dan niet ben om die te lezen

ml


vrijdag 3 februari 2012

half uurtje sneeuw; gansch het raderwerk staat stil

ontspoord

heel het land zucht
bij warm weer even
later zijn er blaadjes
dan is er weer sneeuw

de dooi daarna ook
veel narigheid maar dan
eindelijk de lente
tijd voor onderhoud

ml